Niqabverbod de eerste stap richting een hoofddoekverbod
Met het invoeren van het niqabverbod per 1 augustus 2019, heeft de Nederlandse overheid een mijlpaal behaald in de strijd tegen Islam. Er is weliswaar geen sprake van een algeheel verbod, waar indiener Geert Wilders in 2005 voor pleitte, maar het werd een gedeeltelijk verbod. Echter komt het verbod op hetzelfde neer als we de semantiek even buiten beschouwing laten. Nu wordt een vrouw met gezichtsbedekkende kleding weliswaar toegelaten om zich op straat te bevinden, maar dan wel met het vooruitzicht dat ze ieder moment uitgescholden, bespuwd en mishandeld kan worden. Bovendien kan ze zelfs hardhandig tegen de grond gewerkt worden door omstanders, die zich geroepen voelen om een zogeheten burgerarrest uit te voeren.
Daarnaast heeft het stigmatiserende klimaat dat gecreëerd is rondom de niqab, niet alleen gezorgd voor onveiligheid bij vrouwen die gezichtsbedekkende kleding dragen, maar ook bij vrouwen die geen gezichtsbedekkende kleding dragen. Vrouwen die een hoofddoek (hidjaab) dragen. Ook zij zijn hierdoor in toenemende mate doelwit geworden van verbale en non-verbale mishandeling. Dit is omdat het idee dat vrouwen die zich vanuit hun islamitische overtuiging willen bedekken, gedemoniseerd wordt. Hiermee reikt het verbod dus ver buiten die aantal honderden vrouwen die gezichtsbedekkende kleding dragen in Nederland. Het verbod draagt bij aan de demonisering van de moslimvrouw, met alle gevolgen van dien.
Zelfs nu blijkt dat veel instanties (zoals gezondheidsinstellingen, openbaarvervoersbedrijven en andere instellingen) uit praktische, pragmatische of principiële redenen aangegeven hebben dat zij geen prioriteit zullen geven aan de handhaving van het niqabverbod, zal dit het aangewakkerde negatieve klimaat jegens de moslimvrouw niet wegnemen. Er zullen (als we heel optimistisch blijven) een aantal vrouwen die gezichtsbedekkende kleding dragen, toegelaten worden bij sommige instellingen. Moeten we nu echt blij zijn met een dode mus terwijl het klimaat van angst en haat jegens onze moeders, vrouwen, zusters en dochters voortduurt?
Juist vanwege het voortbestaan van dit klimaat, gedijen de meest absurde en discriminerende anti-islammaatregelen en wetten. Dit heerst niet alleen in Nederland, maar ook in veel andere Europese landen. Zo gold er reeds een niqabverbod in sommige Europese landen. Denemarken heeft bijvoorbeeld afgelopen jaar het niqabverbod ingevoerd en spreekt nu in navolging van andere Europese landen over een gedeeltelijk hoofddoekverbod.
Ook Geert Wilders pleit nu in navolging van andere Europese landen voor de invoering van een hoofddoekverbod. Het duurde 14 jaar voordat het wetsvoorstel van Wilders voor een niqabverbod werkelijkheid werd, omdat het wetsvoorstel zo absurd leek en indruist tegen de grondbeginselen van het seculier-liberale gedachtegoed. Desalniettemin is het nu realiteit.
De vraag is hoelang er nodig is om een gedeeltelijk hoofddoekverbod in Nederland in te voeren. Daarom dienen we als moslimgemeenschap met een vooruitziende blik naar de toekomst te kijken en het onderliggende probleem dat ten grondslag ligt aan de onveiligheid van de moslimvrouw, aan te kaarten en te confronteren. Namelijk het anti-islambeleid.
Okay Pala
Mediavertegenwoordiger van Hizb ut Tahrir Nederland