Wilders’ plan voor een verbod op de Koran wordt al in werking gesteld
De recente uitspraken van Pieter Omtzigt (NSC) over een vermeend koranverbod tijdens de formatieonderhandelingen hebben flink wat stof doen opwaaien. Volgens hem stond er een voorstel van de PVV op tafel om niet alleen de Koran te verbieden, maar ook moskeebezoek strafbaar te stellen—met gevangenisstraffen tot vijf jaar als gevolg! Hoewel andere betrokkenen, zoals Caroline van der Plas (BBB), stellen dat deze verboden nooit serieus zijn besproken en de PVV zelfs zegt dat ze al in januari zijn ingetrokken, blijft de vraag waarom ze überhaupt onderwerp van gesprek konden zijn. Het idee van een koran- of moskeeverbod is een frontale aanval op de islam die associaties oproept met de boekverbrandingen en het sluiten van gebedshuizen in nazi-Duitsland. En de boodschap aan de moslims: jullie zijn niet welkom in Nederland.
Het feit dat deze voorstellen in de “ijskast” zouden zijn geplaatst in plaats van volledig te worden verworpen, duidt aan dat ze niet definitief van tafel zijn. Een plan dat in de ijskast staat, kan immers op elk moment weer worden opgepakt. Precies dat lijkt te gebeuren als we kijken naar de stappen die het kabinet in het afgelopen jaar heeft genomen bovenop de bestaande anti-islammaatregelen: zoals het voornemen om Koranscholen, weekendscholen, bijlesinstituten of jongerenorganisaties te verbieden bij verdenking van zogenaamd “antidemocratisch” gedachtegoed en het heimelijk monitoren en bespioneren van moskeeën. Deze stappen tonen hoe de ideeën van Geert Wilders steeds meer vorm krijgen.
Parallel hieraan zien we in de Tweede Kamer een ontwikkeling waarbij men antizionisme—elke vorm van kritiek op “Israël”—steeds nadrukkelijker gelijkstelt aan antisemitisme. Meerdere moties suggereren dat Pro-Palestina-organisaties die protesteren tegen de Israëlische bezetting, zich schuldig zouden maken aan het “oproepen tot de vernietiging van het Joodse volk”. Dit legt de basis om dergelijke organisaties of activisten strafrechtelijk te vervolgen.
Wat extra zorgwekkend is, is hoe deze maatregelen tegen “antisemitisme” tegelijk misbruikt worden om islamitische onderwijs- en gemeenschapsinstellingen verder aan te pakken. Koranscholen, weekendscholen en jongerenorganisaties lopen extra risico als zij openlijk Pro-Palestina-standpunten innemen, want dat zou volgens deze definitie antidemocratisch zijn. Wanneer de overheid of bepaalde politieke partijen kritiek op de Israëlische staat interpreteren als “antisemitisme”, kunnen koranscholen direct als “antidemocratisch”, “extremistisch” of “haatdragend” worden bestempeld. In feite wordt het anti-zionisme hiermee gebruikt als stok om de islamitische gemeenschap te disciplineren en monddood te maken. Het achterliggende idee is duidelijk: niet alleen de Pro-Palestina-beweging, maar ook de islam als geheel moet worden ingeperkt.
Hoewel Omtzigt zich graag profileert als de man die de meest extreme PVV-voorstellen zou hebben “tegengehouden”, blijkt uit de feitelijke maatregelen dat de ideeën van Geert Wilders sluipenderwijs terrein winnen. Het bemoeilijken van islamitisch onderwijs, de (heimelijke) monitoring van moskeeën en het belemmeren van buitenlandse financiering van islamitische organisaties zijn voorbeelden van een stille aftakeling van de bewegingsruimte van de moslimgemeenschap. Met de nieuwe tendens om kritiek op de bezettingsstaat “Israël” te brandmerken als antisemitisme, is de cirkel van repressie rond: wie zich politiek uitspreekt tégen de bezetting, loopt het risico op strafrechtelijke vervolging of vergaande sancties.
Deze ontwikkelingen laten zien dat de Nederlandse politiek afstevent op een nog harder anti-islambeleid. Hoewel het formele koran- of moskeeverbod (vooralsnog) niet op de rol staat, wordt de grond er stukje bij beetje voor gelegd. De criminalisering van antizionisme voegt daar nog een extra laag van repressie aan toe.
Okay Pala Directeur Mediabureau Hizb ut Tahrir Nederland