Tijdens de jaarlijkse herdenking van de genocide in Srebrenica, bood minister van Defensie, Kajsa Ollongren namens het kabinet haar ‘diepste excuses’ aan, aan de nabestaanden en overlevenden van de massamoord in Srebrenica.
Volgens haar had de internationale gemeenschap gefaald bij de bescherming van de enclave Srebrenica. Nederland; als onderdeel van die internationale gemeenschap was politiek medeverantwoordelijk “voor de situatie waarin dit kon gebeuren”, aldus Ollongren. Hiermee herhaalde de minister het eerdere standpunt van Nederland dat de internationale gemeenschap en Nederland hebben gefaald om 8000 moslimmannen midden in Europa te beschermen tegen de genocide.
In 2002 zei de toenmalige minister-president Kok naar aanleiding van het NIOD-rapport over de rol van de Dutchbat in Srebrenica, dat Nederland wel medeverantwoordelijk was, maar geen schuld had aan het drama. Sindsdien is ook de invulling van deze “medeverantwoordelijkheid” onveranderd gebleven. Namelijk een medeverantwoordelijkheid zonder er consequenties aan te verbinden zoals verantwoordelijkheid nemen voor eigen falen en compensatie van de nabestaanden die hun familieleden hebben verloren tijdens de genocide.
Wat wel door de jaren heen veranderd is, is juist een reductie van de aansprakelijkheid van de Nederlandse staat voor de genocide en de houding tegenover het Nederlandse VN Dutchbat-bataljon onder wiens bescherming moslimmannen zijn overhandigd aan Servische milities.
In 2014 oordeelde de rechtbank in Den Haag dat Nederland niet verantwoordelijk is voor de dood van ruim 8000 moslimmannen, maar slechts deels verantwoordelijk is voor de deportatie van ruim 300 mannen. Dus met andere woorden: Dutchbat was niet verantwoordelijk voor het lot van 7700 moslimmannen die afgevoerd en geëxecuteerd werden. In 2017 oordeelde hetzelfde gerechtshof dat het eerdere vonnis, namelijk dat de staat slechts aansprakelijk is voor de dood van 300 moslimmannen blijft staan, maar dat de geleden schade maar voor 30 procent zal worden vergoed.
Dus hiermee werd de Nederlandse staat slechts 30 procent aansprakelijk voor ‘slechts’ 300 slachtoffers die zich binnen de Nederlandse militaire basis bevonden. Ook bleven deze keer de Nederlandse militairen van Dutchbat buiten schot. Vervolgens oordeelde de Hoge Raad twee jaar later dat de staat niet voor 30 procent, maar voor 10 procent aansprakelijk is ten aanzien van de vergoeding aan de nabestaanden.
De aansprakelijkheid en schuld van de Nederlandse staat werd wederom gereduceerd. Van aansprakelijkheid voor de dood van meer dan 8000 mannen en volledige compensatie van de nabestaanden naar aansprakelijkheid voor 300 mannen met slechts 10% compensatie van de nabestaanden. Wie weet zal de aansprakelijkheid van de Nederlandse staat in de toekomst nog meer gereduceerd worden.
Ook heeft premier Mark Rutte namens de regering zijn excuses aangeboden aan de Dutchbat-veteranen. Hij meende dat de Nederlandse staat verantwoordelijk was voor de omstandigheden waaronder de veteranen werden uitgezonden en kregen compensatie van een bedrag van 5000 euro als “gebrek aan erkenning en waardering”. Terwijl de nabestaanden van de genocide na 27 jaar geen enkele schadevergoeding hebben ontvangen. De meeste nabestaanden zijn inmiddels bejaard waarvan sommigen zelfs al zijn overleden.
Wat de nabestaanden na 27 jaar wel kregen is een excuus van Nederland. Als we dat excuus afmeten aan hoe de Nederlandse staat is omgegaan met zijn verantwoordelijkheidsbesef met betrekking tot de genocide, dan kunnen we concluderen dat ook dit excuus niets anders is dan een wassen neus en een klap in het gezicht van de nabestaanden. Dit is de zoveelste keer dat westerse staten hun ware aard laten zien en in plaats van hun verantwoordelijkheid te nemen hun aandeel in het bloedvergiet bagatelliseren. De kapitalistische staten hechten geen enkele waarde aan mensenlevens en zeker niet als het gaat om moslims.
Okay Pala Directeur Mediabureau Hizb ut Tahrir Nederland