Een artikel uit de Volkskrant bevestigde gisteren wat Moslims in Nederland al langer weten en velen aan den lijve ondervinden: het aantal Islamofobe incidenten en uitingen van haat jegens Moslims is toegenomen. Uit verontrustend cijfermateriaal blijkt dat er in 2013 minstens 150 meldingen waren van Moslims die hier het slachtoffer van waren. Dit duidt op een schrikbarend gemiddelde van drie officieel geregistreerde aangiftes per week. De klachten liepen uiteen van fysiek geweld, intimidaties en andere vormen van agressie tot beledigingen, discriminatie vanwege de hoofddoek en vandalistische aanvallen op moskeeën. Het is belangrijk om aan te geven dat deze officiële meldingen slechts het topje van de ijsberg zijn en geenszins een correcte weergave geven van wat er zich werkelijk afspeelt, aangezien veel soortgelijke incidenten niet worden aangegeven. Een uiterst zorgwekkende ontwikkeling, maar wat is de (hoofd)oorzaak van deze toenemende haat ten aanzien van Islam en de Moslims?
Het kan niemand ontgaan zijn dat de stigmatisering van Moslims en het problematiseren van Islamitische uitingen, al dan niet onder het mom van integratie, al jaren behoort tot een discours van stemmingmakerij door de politici en de overheid. Dit heeft geleid tot Islamofobe sentimenten en bovendien tot een breuk tussen de Moslims en de niet-Moslims in de Nederlandse samenleving. Ook de buitenlandse betrokkenheid van Nederland in diverse Moslimlanden om verondersteld “terrorisme” te bestrijden heeft dit angstbeeld versterkt en zet niet-Moslims op tegen de Moslimgemeenschap.
Dit was ook één van de redenen waarom we enkele maanden geleden de bewustzijnscampagne “Samen tegen anti-Islambeleid” zijn gestart. Door middel van intensieve flyer-acties, het organiseren van bijeenkomsten en debatten door het hele land, evenals een conferentie en diverse mediaoptredens hebben we getracht de aandacht te vestigen op het nieuw geïntroduceerde maatregelenpakket van het kabinet: “Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme.” dat in lijn ligt met het bestaande overheidsbeleid maar verder verscherpt is en waarin een aantal nieuwe maatregelen zijn opgenomen.
We hebben toen een heldere oproep gedaan aan alle mensen die hiervoor openstaan en niet stilzwijgend langs de zijlijn toe willen kijken hoe het onrecht zich manifesteert jegens de Moslimgemeenschap en zich te verzetten tegen dit “anti-radicaliseringsbeleid’’, welke de Moslimgemeenschap als een bron voor “radicalisering” ziet die repressief en preventief aangepakt dient te worden. In de praktijk betekent dit dat de Moslimgemeenschap nauwlettend in de gaten wordt gehouden en op uiterlijke Islamitische kenmerken aangehouden en ondervraagd kan worden. En zonder de tussenkomst van een gerechtelijk besluit paspoorten afgenomen kunnen worden, reisverboden kunnen worden uitgevaardigd en kinderen uit huis geplaatst kunnen worden, dit alles enkel op basis van vermoedens, zonder een gedegen vooronderzoek en rechterlijke uitspraak zoals eerder uit recente incidenten is gebleken.
De meest recente uiting van dit discriminatoir beleid is de kwestie van Shukri F. alias Oum Ousama: een jonge Moslima die aanvankelijk verdacht werd van het ronselen van jihadgangers, maar bij een gebrek aan bewijs werd vrijgesproken. Echter werd vervolgens haar vijf maanden oude baby van haar afgepakt omdat men het vermoeden had dat zij zou afreizen naar nota bene Turkije. Volgens een woordvoerster van de Raad voor de Kinderbescherming heeft de rechter besloten over te gaan tot een tijdelijke ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing, nog voor de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek is gestart naar de situatie van het kind en de moeder heeft gehoord.
Het anti-Islambeleid dat geen plaats biedt aan de Islamitische identiteit en de religieuze beleving van Moslims kan niet losgekoppeld worden van het seculiere gedachtegoed. De pleidooien en initiatieven van beleidsmakers om Islam onder druk en repressie een “secularisatie metamorfose” te laten ondergaan staan namelijk niet op zichzelf. Ze komen voort uit het seculiere denken en haar visie op het samenleven dat alle burgers dit basisidee moeten omarmen. Moslims die vasthouden aan de Islamitische manier van leven neerzetten als problematisch en niet bereid tot integreren, is derhalve niet alleen stemmingmakerij, maar geeft bovenal blijk van incompetentie en falen van het seculiere gedachtegoed om andersdenkenden in te sluiten, in plaats van uit te sluiten en te zien als paria’s.
Islam daarentegen erkent de andersdenkenden in de samenleving, laat hen vrij om hun religie te belijden en te praktiseren. Tevens garandeert zij de rechten en veiligheid van eenieder in de samenleving, ongeacht afkomst of overtuiging en sluit eenieder die wil samenleven in haar armen. Haar eeuwenlange beschaving en geschiedenis met andersdenkenden is hier het ultieme bewijs van.
Tot slot
De veiligheid en toekomst van de Moslims in Nederland staan in het geding. Harmonieus samenleven vereist allereerst erkenning en respect voor eenieders levensbeschouwelijke overtuiging, zonder enige ideologische voorwaarden.
Hizb ut Tahrir onderstreept het belang van structurele interactie tussen Moslims en niet-Moslims teneinde het samenleven te bevorderen. Hizb ut Tahrir roept daarom op tot een eerlijke, rationele discussie over Islam om misvattingen uit de wereld te helpen en Islamofobe sentimenten tegen te gaan. Maar ook roept zij op om het seculiere gedachtegoed waaraan deze repressieve maatregelen en beleid ten grondslag liggen te bediscussiëren.
Okay Pala
Media vertegenwoordiger van Hizb ut Tahrir Nederland