De correctionele rechtbank in Antwerpen heeft gisteren Fouad Belkacem veroordeeld tot twaalf jaar celstraf en een boete van 30.000 euro. In het vonnis wordt hij als vermeende leider van Shariah4Belgium verantwoordelijk gehouden voor het “klaarstomen van jongeren voor een gewapende strijd” en het “ronselen van Syriëstrijders”. Over dit schijnproces, dat gedurende twee jaar werd omschreven als “het grootste terrorismeproces ooit in België”, valt slechts één conclusie te trekken: de veroordeling berust op geen enkel wezenlijk bewijsmateriaal en is uitsluitend bedoeld als een politiek statement.
Om te kunnen spreken van een terrorismeproces dient er allereerst sprake te zijn van een aanslag of een geplande aanslag. In het geval van Fouad Belkacem was dit echter helemaal niet aan de orde. Hij was zelf nooit in het bezit van wapens noch zijn er concrete bewijzen dat hij opdroeg tot het plegen van geweld. Vage telefoontaps zijn alvast geen volwaardige bewijsstukken te noemen en de getuigenis van één persoon, ook zonder ondersteunend bewijslast, kan evenmin volstaan om tot een dergelijk vonnis te komen. Het enige wat Fouad Belkacem deed was het verkondigen van zijn ideeën op provocerende wijze. Is dit überhaupt een voldoende grond voor een celstraf, laat staan een veroordeling van twaalf jaar?
Daarnaast zat hij reeds in de gevangenis “wegens aanzetten tot haat” nog voor er moslimjongeren naar Syrië vertrokken. Niet al deze Syriëstrijders zijn daarenboven leden geweest van Shariah4Belgium, velen hadden zelfs geen band met de groep of met Belkacem. De misplaatste criminalisering van deze jongeren overigens terzijde gelaten, gezien het moorddadige Assad-regime en de westerse politiek in het Midden-Oosten de bronnen van het onrecht zijn, maar wat vertelt dit bijgevolg over het beweerde hoofdaandeel van Fouad Belkacem als “ronselaar”?
Ook de hantering van een dubbele standaard, welke de westerse beschaving lijkt te kenmerken, kon in deze niet uitblijven. Waarom werd bijvoorbeeld Vlaams Belang kopstuk Filip Dewinter eergisteren nog vrijgesteld van vervolging ondanks massale aangiften voor zijn anti-Islam “Minder Minder Minder” computerspel? Zijn spel zette nochtans wél overduidelijk aan tot geweld: enkele dagen na de lancering sloeg een man immers een 17-jarige moslimjongen uit Limburg in elkaar met een bespijkerde knuppel, op identieke dezelfde wijze zoals in het spel.
En wat te denken over de veroordelingen van leden van de Blood & Honour organisatie. Bij deze neonazi’s werden zowel wapens als plannen voor moordaanslagen gevonden, maar toch kregen zij slechts voorwaardelijke straffen van één tot vijf jaar. In vergelijking hiermee is de veroordeling van Fouad Belkacem disproportioneel en onrechtvaardig. Zijn moslimidentiteit is duidelijk hetgeen wat de zaak zo gewichtig maakte en het justitieapparaat heeft haar vonnis klaarblijkelijk laten beïnvloeden door de negatieve publieke opinie tegen Shariah4Belgium. Dit proces was kortom niets minder dan een schijnproces met een uitspraak berustend op politieke motieven.
Okay Pala
Media vertegenwoordiger van Hizb ut Tahrir Nederland