Wat doe je hier? Ben je journalist?
Wat is erger volgens u? Een journalist die bekend staat als hypocriet en mensen voor drie jaar lang heeft voorgelogen en onverifieerbare informatie over hen verspreidt, of een journalist die zijn informatie willens en wetens overneemt om zijn eigen gelijk te bewijzen? Je kunt er lang en breed over filosoferen of je kunt het simpel houden: de eerste heeft zichzelf gediskwalificeerd door zijn leugens en huichelarij, terwijl de laatste de mogelijkheid had om eerlijk te zijn maar doelbewust sensatie verkiest boven waarheidsgetrouwe informatie. De hypocriet Maarten Zeegers versus de opportunist Andreas Kouwenhoven.
Een tijdje terug bracht journalist Maarten Zeegers zijn boek uit “Ik was een van hen – Drie jaar undercover onder moslims”. In zijn boek doet hij verslag van zijn ervaringen met verschillende organisaties, moskeeën en individuen. Ook wijdt hij een groot gedeelte van zijn boek aan zijn ervaringen met sommige “leden” van Hizb ut Tahrir.
Zoals de titel doet vermoeden, deed hij zich drie jaar lang voor als moslim in de Haagse wijk Transvaal om zo in het geniep de “gesloten moslimgemeenschap binnen te dringen.” Om het vertrouwen in te winnen van de moslimgemeenschap en geloofwaardiger over te komen laat hij zijn baard staan, memoriseert hoofdstukken uit de Koran en verricht het ochtendgebed in de moskee.
Zijn conclusie is dan ook niet verrassend; de moslimgemeenschap is een gesloten groep die een bedreiging vormt voor de Nederlandse samenleving en Transvaal is een equivalent van Molenbeek.
Het is niet verrassend aangezien dit blijkbaar ook zijn hypothese was, voordat hij begon aan zijn heimelijke avontuur. Immers, “undercoverjournalistiek” wordt pas ingezet wanneer men een sterk vermoeden heeft over iets maar het niet kan bewijzen. En op zoek naar bevestiging van het vermoeden gaat men undercover. Volgens deze logica kan men de moslimgemeenschap enkel binnendringen door undercover te gaan, aangezien deze “gesloten en heimelijk” is.
Alles lijkt erop dat zijn vooringenomenheid en drang naar bevestiging van zijn vermoedens niet slechts drie jaar van zijn leven heeft gekost, maar dat het ook ten koste is gegaan van zijn objectieve waarneming. Dit is te zien aan zijn suggestieve connotaties, vergezochte verbanden en feitelijke onjuistheden over de moslimgemeenschap (inclusief de partij).
Zo schrijft hij bijvoorbeeld over een persoon die een bijeenkomst van Hizb ut Tahrir heeft bijgewoond en zich klaar zou stomen voor de Jihad. Hiermee wekt hij onterecht het beeld op dat Hizb ut Tahrir in het geheim rekruteert voor de fysieke strijd. Terwijl de man in kwestie, na navraag gedaan te hebben, een bekeerling is die slechts eenmalig aanwezig is geweest bij een van onze bijeenkomsten. En die intussen verhuisd is naar het buitenland, niet om te vechten maar om een carrière op te bouwen in een van de Zuid-Amerikaanse landen.
Dit is waarom we in de eerste instantie geen reactie hebben gegeven op zijn boek, want iemand die hypocrisie en oneerlijkheid verkiest boven waarachtigheid en eerlijkheid, is het niet waard om serieus genomen te nemen. Wat moet je eigenlijk zeggen tegen een persoon die beweert dat “de ander” er een dubbele agenda op nahoudt, terwijl hij zelf “de ander” voor drie jaar lang beduvelt en zelf een dubbele agenda heeft?
Ook hadden we “goede hoop” dat deze uiterst discriminatoire en stigmatiserende benaderingswijze gericht tot een gemeenschap, niet serieus genomen zou worden door denkend Nederland. Echter zijn er helaas ook opportunisten die dit bejubelend tot een handvest hebben gemaakt met onbetwistbare bewijslast tegen de moslimgemeenschap. Zo ook behoort de journalist Andreas Kouwenhoven van de NRC hiertoe. In zijn artikel “Wat doe je hier? Ben je moslim?” spreekt hij vol lof over de dubieuze handelswijze van Maarten Zeegers en hanteert daarbij ook dezelfde suggestieve benaderingswijze en onjuiste informatieverstrekking als Zeegers.
Ook hij, Andreas Kouwenhoven haalt hetzelfde voorbeeld aan als Zeegers over de vermeende “jihadganger” en wekt hiermee de suggestie op dat er een link zou bestaan tussen Hizb ut Tahrir en geweld, zonder enige vorm van verificatie. Heel geraffineerd worden ook de plannen van de Tweede Kamer om ons te verbieden hieraan gerelateerd.
Vervolgens schrijft hij dat journalisten en wetenschappers eerder geen toegang hebben gekregen tot deze bijeenkomsten, omdat Hizb ut Tahrir daar geen toestemming voor zou geven. Hiermee suggereert hij dat wij een dubbele agenda zouden hebben en dat we spreken met een dubbele tong, dat we buiten iets zeggen en binnen iets anders. Dit is misschien iets wat de normen en waarden in Nederland toelaten gezien iemand als Zeegers zelfs geprezen wordt voor zijn hypocrisie, maar niet iets wat past bij Islam en ook niet bij Hizb ut Tahrir, die een duidelijke en glasheldere boodschap heeft aan eenieder die bereid is om te luisteren.
Maar wellicht is het inderdaad geen gek idee om voortaan journalisten en andere kwaadwillenden te weren bij onze bijeenkomsten, gezien het leugenachtige en opportunistische karakter van sommige journalisten.
De argwanende vraag van de moslimgemeenschap “Wat doe je hier? Ben je moslim?” tegen journalisten is dus helemaal niet uit de lucht gegrepen en terecht. Dit boek bevestigt hun gelijk, maar Andreas Kouwenhoven begrijpt nog steeds niet waarom.
Okay Pala
Mediavertegenwoordiger van Hizb ut Tahrir Nederland