Geachte broeder,
Aangaande uw statement: “Heeft niemand onder jullie een gezond verstand om deze onwetende leiders te verwijderen en de geschiedenis van de Ansaar te laten herleven en ons steun geven, zodat de Islamitische wetgeving kan worden gevestigd. Ofwel; een rechtgeleide Khilafah gebaseerd op de methode van het Profeetschap?” Ik wil graag het volgende belichten in de volgende overlevering waarin de Profeet (saw) zei:
إذا رأيتم الناس قد مرجت عهودهم، وخفت أمانتهم، وكانوا هكذا وشبك بين أصابعه، قال: فقمت إليه، فقلت: كيف أفعل عند ذلك، جعلني الله تبارك وتعالى فداك؟ قال: «الزم بيتك، وابك على نفسك، واملك عليك لسانك، وخذ ما تعرف، ودع ما تنكر، وعليك بأمر خاصة نفسك، ودع عنك أمر العامة
“Als men getuigt (van de tijd) waarin mensen wiens contracten zijn vermengd en corrupt geraakt en zij worden onbetrouwbaar, en zij worden net als dit” en Hij (saw) drukte zijn vingers (van beide handen) samen; en daarna zei hij: ‘Dus ik stond op en ging naar hem (saw) en zei: Wat zal ik dan doen, Moge Allah (swt) mij laten opofferen voor u. Hij (saw) zei: “Blijf weg van hen en wees bezorgd om jouw situatie en zeg niet hetgeen welk geen voordeel biedt. Volg het goede welk jij kent en blijf ver weg van het kwaad. Zet hetgeen in praktijk om te behoren tot degenen die bevrijd zijn van het Hellevuur en verlaat de mensen (indien jouw interactie met hen niet productief is).”
Het lijkt erop dat er een contradictie is tussen het gebod van de Profeet (saw) en waarnaartoe u ons oproept.
Moge Allah (swt) u zegenen.
Antwoord:
De genoemde overlevering is volledig vermeld in de Sunan van Aboe Dawoed als volgt:
“حَدَّثَنَا هَارُونُ بْنُ عَبْدِ اللَّهِ، حَدَّثَنَا الْفَضْلُ بْنُ دُكَيْنٍ، حَدَّثَنَا يُونُسُ بْنُ أَبِي إِسْحَاقَ، عَنْ هِلَالِ بْنِ خَبَّابٍ أَبِي الْعَلَاءِ، قَالَ: حَدَّثَنِي عِكْرِمَةُ، حَدَّثَنِي عَبْدُ اللَّهِ بْنُ عَمْرِو بْنِ الْعَاصِ، قَالَ: بَيْنَمَا نَحْنُ حَوْلَ رَسُولِ اللَّهِ صلى الله عليه و سلم، إِذْ ذَكَرَ الْفِتْنَةَ، فَقَالَ: «إِذَا رَأَيْتُمُ النَّاسَ قَدْ مَرِجَتْ عُهُودُهُمْ، وَخَفَّتْ أَمَانَاتُهُمْ، وَكَانُوا هَكَذَا» وَشَبَّكَ بَيْنَ أَصَابِعِهِ، قَالَ: فَقُمْتُ إِلَيْهِ، فَقُلْتُ: كَيْفَ أَفْعَلُ عِنْدَ ذَلِكَ، جَعَلَنِي اللَّهُ فِدَاكَ؟ قَالَ: «الْزَمْ بَيْتَكَ، وَامْلِكْ عَلَيْكَ لِسَانَكَ، وَخُذْ بِمَا تَعْرِفُ، وَدَعْ مَا تُنْكِرُ، وَعَلَيْكَ بِأَمْرِ خَاصَّةِ نَفْسِكَ، وَدَعْ عَنْكَ أَمْرَ الْعَامَّةِ»” انتهى
“Haroen bn Abdoellah vermeldt; Al-Fadl Ibn Dukain vermeldt; Joenoes bn Abi Ishaaq vermeldt; van Hilal bn Khabaab Abi Al A’lla’ dat hij zei: “Ikrimah vertelde mij; Abdullah Ibn Amr Ibn Al-‘Aas aan vertelde mij: “Toen wij om de Profeet (saw) heen waren verzameld, heeft hij (saw) Fitna genoemd en zei: “Als men getuigt (van de tijd) waarin mensen wiens contracten zijn vermengd en corrupt geraakt en zij worden onbetrouwbaar, en zij worden net als dit” en Hij (saw) drukte zijn vingers (van beide handen) samen; en daarna zei hij: ‘Dus ik stond op en ging naar hem (saw) en zei: Wat zal ik dan doen, Moge Allah (swt) mij laten opofferen voor u. Hij (saw) zei: “Blijf weg van hen en zeg niet hetgeen welk geen voordeel biedt. Volg het goede welk jij kent en blijf ver weg van het kwaad. Zet hetgeen in praktijk om te behoren tot degenen die bevrijd zijn van het Hellevuur en verlaat de mensen (indien jouw interactie met hen niet productief is).” Einde.
Deze overlevering en andere verschillende overleveringen over het onderwerp Fitna werden verteld voor een situatie waarin de waarheid werd gemengd met valsheid en dat de waarheid niet meer duidelijk is…..De Sjari’a verplicht voor degene die verward raakt is om ver weg van de Fitna te blijven, totdat hij de valsheid van de waarheid kan onderscheiden, waarna hij de waarheid dient te volgen.
Degene die nadenkt over hetgeen vermeldt wordt in de overlevering qua betekenis en inhoud, zal het volgende duidelijk zien, lettend op de woorden “en zij werden zo” en de uiteg van de verteller van de handeling wanneer hij zei: “En hij (saw) drukte zijn vingers” ofwel; hij (saw) voegde de vingers van beide handen samen, welk aangeeft dat zij tot elkaar waren samen gesmolten en met elkaar mixten, welk het samensmelten van de waarheid en valsheid tentoonstelt en dat zij niet van elkaar te onderscheiden zijn. In deze situatie, zoals eerder vermeld, geldt de Goddelijke Wetgeving voor deze persoon om weg te blijven van de Fitna, totdat hij bij machte is om de waarheid van het valsheid te onderscheiden en dient hij daarna het pad van de waarheid te volgen.
Het staan aan de kant van de waarheid, middels het gebieden van het goede en het verbieden van kwade of het steunen van de onderdrukten of het ijverig werken voor het zoeken van steun (Noesrah) van de mensen met macht om de Islamitische Staat te vestigen wanneer zij afwezig is, dit betreft een kwestie welk is verplicht door de bewijzen vanuit de Sjari’a. Dit omvat:
1- Met betrekking tot het gebieden van het goede en het verbieden van het slechte:
Allah (swt) zegt:
((وَلْتَكُنْ مِنْكُمْ أُمَّةٌ يَدْعُونَ إِلَى الْخَيْرِ وَيَأْمُرُونَ بِالْمَعْرُوفِ وَيَنْهَوْنَ عَنِ الْمُنْكَرِ وَأُولَئِكَ هُمُ الْمُفْلِحُونَ))
“En laat er een groep onder u zijn die tot goedheid aanspoort en tot rechtvaardigheid maant en het kwade verbiedt; dezen zijn het die zullen slagen.”(VBK soera Ali-Imran, ayah 104)
En Allah (swt) zegt:
((كُنْتُمْ خَيْرَ أُمَّةٍ أُخْرِجَتْ لِلنَّاسِ تَأْمُرُونَ بِالْمَعْرُوفِ وَتَنْهَوْنَ عَنِ الْمُنْكَر))
“Jullie (Moslims) zijn het beste volk dat voor de mensheid is verwekt; jullie gebieden wat goed is, verbieden wat kwaad is en geloven in Allah.”(VBK soera Al-i-Imran, ayah 110)
Ahmed heeft van Abdoellah Ibn Amr geëxtraheerd: Ik heb de Profeet (saw) horen zeggen:
«إذا رأيتم أُمتي تَهَابُ الظالم أن تقول له: إنك أنت ظالم، فقد تُوُدِّعَ منهم»
“Als jij ziet dat mijn Oemma bang is om een tiran ter verantwoording te roepen en tegen hem te zeggen: “Jij bent een tiran.”, dan zal Allah (swt) hen verlaten.”
Aboe Dawoed vermeldt: Aboe Bakr zei na het prijzen en bedanken van Allah (swt): Wij hoorden de Profeet (saw) zeggen:
«إِنَّ النَّاسَ إِذَا رَأَوُا الظَّالِمَ فَلَمْ يَأْخُذُوا عَلَى يَدَيْهِ، أَوْشَكَ أَنْ يَعُمَّهُمُ اللَّهُ بِعِقَابٍ»
“Wanneer de mensen getuige zijn van een onderdrukker en zij nemen hem niet bij de hand (om hem tegen te houden), dan zijn zij dicht bij het straf van Allah (swt).”
At Tirmidhi vermeldt van Hupedhayfah (ra) dat de Profeet (saw) heeft gezegd:
«وَالَّذِي نَفْسي بِيَدِهِ، لَتَأْمُرُنَّ بِالمَعْرُوفِ، وَلَتَنْهَوُنَّ عَنْ المُنْكَرِ أَوْ لَيُوشِكَنَّ اللهُ أَنْ يَبْعَثَ عَلَيْكُمْ عِقَابًا مِنْهُ ثُمَّ تَدْعُوْنَهُ فَلا يُسْتَجَابُ لَكُمْ»
“Bij Degene in Wiens Handen mijn ziel ligt! Jullie moeten het goede gebieden en het kwade verbieden, anders zal Allah (swt) een bestraffing sturen en jullie zullen Hem aanroepen en geen antwoord ontvangen.”
At Tirmidhi en Aboe Dawoed vermelden van Ibn Mas’oed (ra): De Profeet (saw) zei:
كَلاَّ، وَاللهِ لَتَأمُرُنَّ بالمَعْرُوفِ، وَلَتَنْهَوُنَّ عَنِ المُنْكَرِ، وَلَتَأخُذُنَّ عَلَى يَدِ الظَّالِمِ، وَلَتَأطِرُنَّهُ عَلَى الحَقِّ أطْرًا، وَلَتَقْصُرُنَّه عَلَى الحَقِّ قَصْرًا، أَوْ لَيَضْرِبَنَّ اللهُ بقُلُوبِ بَعْضِكُمْ عَلَى بَعْضٍ، ثُمَّ ليَلْعَننكُمْ كَمَا لَعَنَهُمْ
“Pak de hand beet van de onderdrukker en beperk hem enkel tot de Waarheid, anders zal Allah (swt) jullie harten tegen elkaar opzetten en jullie zullen vervloekt worden zoals zij (Banie Israel) werden vervloekt.”
Aboe Dawoed en At Tirmidhi vermelden van Aboe Sa’ied al Khoedrie (ra) dat de Profeet (saw) heeft gezegd:
«أفْضَلُ الجِهَادِ كَلِمَةُ عَدْلٍ عِنْدَ سُلْطَانٍ جَائرٍ»
“De beste jihad is een woord van waarheid tegenover een tirannieke heerser.”
Nasa’i vermeldt van Aboe Abdoellah Tariq Ibn Shihab al Bajli Al Ahmasi (ra):
أنَّ رجلًا سأل النَّبيّ وقد وضع رِجله في الغَرْزِ: أيُّ الجِهادِ أَفضلُ؟ قَالَ: «كَلِمَةُ حَقٍّ عِنْدَ سُلْطَانٍ جَائرٍ»
“…een man vroeg aan de Profeet (saw), terwijl hij wilde rijden: welk vorm van Jihad is het allerbeste? Hij (saw) zei:“Een woord van waarheid tegen een onrechtvaardig heerser.”
2- Met betrekking tot geven van steun aan degenen die owrden onderdrukt:
Allah (swt) zegt:
((وَإِنِ اسْتَنْصَرُوكُمْ فِي الدِّينِ فَعَلَيْكُمُ النَّصْرُ))
“Maar als zij hulp inzake het geloof zoeken dan is het uw plicht hen te helpen”[Al-Anfal: 72]
Boechari vermeld in zijn Sahieh van Abdoellah Ibn Amr (ra), dat de Profeet (saw) heeft gezegd:
«المُسْلِمُ أَخُو المُسْلِمِ لاَ يَظْلِمُهُ وَلاَ يُسْلِمُهُ… وَمَنْ فَرَّجَ عَنْ مُسْلِمٍ كُرْبَةً، فَرَّجَ اللَّهُ عَنْهُ كُرْبَةً مِنْ كُرُبَاتِ يَوْمِ القِيَامَةِ»
“De Moslim is een broeder van een Moslim. Hij onderdrukt en verraadt hem niet. En degenen die zijn broeder tegemoet komt, dan zal Allah (swt) hem tegemoet komen. En degene die een last van een Moslim vermindert, dan zal Allah (swt) een van de lasten van hem verminderen op de Dag des Oordeels.”
Boechari vermeld van Anas (ra) waarin hij zegt dat de Profeet (saw) heeft gezegd:
»انْصُرْ أَخَاكَ ظَالِمًا أَوْ مَظْلُومًا» قَالُوا: يَا رَسُولَ اللَّهِ، هَذَا نَنْصُرُهُ مَظْلُومًا، فَكَيْفَ نَنْصُرُهُ ظَالِمًا؟ قَالَ: «تَأْخُذُ فَوْقَ يَدَيْهِ»
“Steun jouw broeder ongeacht of hij onderdrukt wordt of dat hij onderdrukt. Zij zeiden: “O Boodschapper van Allah, het steunen van de onderdrukten begrijpen wij. Echter, hoe kunnen wij de onderdrukker steunen?” Hij (saw) zei: “Pak zijn handen vast om hem tegen te houden.”
Boechari neemt op van Al Bara’ Ibn A’zib (ra), dat hij heeft gezegd:
«أَمَرَنَا النَّبِيُّ صلى الله عليه و سلم بِسَبْعٍ،… وَنَصْرَ المَظْلُومِ»
“Onze Profeet (saw) heeft ons bevolen met zeven (…) en het ondersteunen van onderdrukten.”
3- En het zoeken van steun van de mensen van macht om de Islamitische Staat te vestigen wanneer deze niet bestaat.
Ibn Hishaam vermeld in zijn Sierah: “Ibn Ishaaq heeft gezegd: De Profeet (saw) heeft zichzelf voorgesteld in de seizoenen aan de Arabische stammen; hen aanroepend tot Allah; en uitgelegd dat hij de Profeet is die gezonden is; en hij zou hen vragen om in hem te geloven en hem te beschermen tot hij aan hun de boodschap van Allah heeft uitgelegd.” Einde
Aboe Al Fath Fathoeddien heeft opgenomen in Iyoon Al Athar en heeft gezegd: “Qaasim Ibn Thaabit heeft vermeld van Ali Ibn Abi Talib (ra) betreffende hun reis, hijzelf en Aboe Bakr met de Profeet (saw). Aboe Bakr (ra) heeft gezegd: Van welk stam zijn jullie? Zij antwoordden: van Banoe Shaiban Ibn Tha’labah. Aboe Bakr keerde naar de Profeet en zij: Ik offer mijn vader en moeder voor u op, zij zijn de vooraanstaanden van hun mensen en onder hun bevonden zich; Mafroeq Ibn Amr en Hani’ Ibn Qoebaisa; en Moethana Ibn Haritha; en An-Noe’man Ibn Shariek. Aboe Bakr (ra) zei: “Hebben jullie het nieuws ontvangen dat hij de boodschapper van Allah is? Hier is Hij. Mafroeq zei: “Wij hebben vernomen dat hij dit beweert, dus waar roep jij tot op o broeder van Qoeraish? De Profeet (saw) stapte naar voren en zei:“Ik roep op tot het getuigen dat er geen God is dan Allah en dat ik de Boodschapper van Allah ben, en dat jullie mij behoeden en beschermen.”Hani’ zei (Ernaar verlangend dat Al Muthana Ibn Haritha de toespraak met hem zou delen): “Hier is Al Moethana Ibn Haritha, onze sheikh en oorlogsbevelhebber”. Al Moethana zei: “Ik heb jouw toespraak gehoord over Qoeraish, maar de locatie van onze stam is tussen de grenzen van Yamama en Sammama”. De Profeet (saw) vroeg naar de twee grenzen. Hij antwoordde: “Dat zijn de rivieren van Kisra (Ceasar) en de Arabische wateren. Wij hebben een verbond met Kisra dat ons toestaat om te blijven op de voorwaarde dat wij hem niet schaden noch dat wij iemand beschermen die hem zal schaden. Als jij wenst kunnen wij jou beschermen en ondersteunen vanaf de kant van de Arabische wateren”. De Profeet (saw) zei:“Jullie gaven mij een welsprekend antwoord. Jullie waren eerlijk. Echter, de Dien van Allah zal beschermd worden door degene die al zijn grenzen zal waarborgen.”Einde
Dit is hoe de Profeet (saw) verder ging in het zoeken van de ondersteuning (noesra) van de mensen van macht van de stammen, zodat zij Islam zouden omarmen en hem zouden beschermen om de wetgeving van Allah op hen te implementeren, maar zij accepteerden dit niet… totdat Allah het gewild had… En de Profeet (saw) stuurde Moes’ab naar Madina en de Ansaar accepteerden en gaven de tweede eed van Aqaba aan de Profeet (saw). Daarna migreerde de Profeet (saw) naar Madina en vestigde de staat daar.
Ibn Hisham vermeld in de Sierah dat ‘Ibn Ishaq zei:
“Daarna keerde Moes’ab Ibn Umair terug naar Mekka en de Moslim Ansaar kwamen naar de markt met de pelgrims van hun mensen die polytheisten waren. Zij ontmoetten de boodschapper bij al ‘Aqaba in het midden van de dagen van Tashrieq. Toen Allah hen wilde eren en de overwinning gaf aan Zijn Profeet; en glorie gaf aan Islam en haar mensen; en vernedering aan Koefr en haar mensen. Hij zei: “Wij vertrokken om te vragen over de Profeet (saw)”. Hij zei: “We betraden de Masdjid en zagen Al ‘Abbaas zitten en de Profeet (saw) zat naast hem. Wij gaven onze groet en zaten met hem” Ka’b zei: “Daarna vertrokken wij om Hadjdj te verrichten en wij hadden een afspraak om de Profeet te ontmoeten bij al-‘Aqaba midden in de dagen van Tashrieq”. Hij zei: “Toen wij Hadjdj voltooiden en het was de nacht van de afspraak met de Profeet (saw)”. Hij zei: “Wij sliepen die nacht te midden van onze mensen in de karavaan totdat een de derde van de nacht verstreek en wij uiterst stil verplaatsten naar onze afspraak met de Profeet (saw) tot aan de geul aan al ‘Aqaba. Er waren drie-en-zeventig mannen en twee van onze vrouwen: Nusayba Bint Ka’b; Umm ‘Umara; een van de vrouwen van Banu Mazin Bin al-Najjar en Asma’ Bint ‘Amr Bin ‘Adiy Bin Nabi; een van de vrouwen van Banu Salima die bekend was als Umm Mani.
De Profeet (saw) reciteerde de Quran en nodigde uit tot Allah en prees Islam en zei daarna:“Ik verzoek jullie eed opdat julie mij beschermen zoals jullie vrouwen en kinderen beschermen.”
Al-Bara’ Bin Ma’roor hield zijn hand vast en zei: “Bij Degene die jou stuurde met de waarheid, wij zullen jou beschermen zoals wij onze vrouwen beschermen. Wij geven onze eed en wij zijn mannen van oorlog wapenbezit die overgedragen zijn van vader naar zoon.”
Daarna zei de Profeet (saw):“Ik ben van jullie en jullie zijn van mij. Ik bevecht wie jullie bevechten en heb vrede met wie jullie vrede hebben.”
Zij vroegen: “Wat zullen wij krijgen in ruil voor onze loyaliteit?”
Hij (saw) zei:“Paradijs”.
Zij zeiden: “Steek uw hand uit”; en zo gaven zij de eed wanneer hij dit deed.
Hij zei dat de Profeet (saw) toen zei:“Keer terug naar jullie karavaan”. Al ‘Abbaas Bin ‘Oebada zei: “Bij Degene die jou met de waarheid heeft gezonden, als jij wenst vallen wij de mensen van Mina morgen aan met onze zwaarden”. Hij antwoordde:“Wij zijn nog niet opgedragen hetgeen te verrichten; maar keer terug naar jullie karavaan”.
Al Baihaqi vermeld in Dala’il Al Nubowa en zei: Al Hassan Bin Muhammad Bin Ishaq.van Az-Zubair van Muhammad Bin Muslim dat Jabir Bin Abdullah overleverde: “O Boodschapper van Allah! Waarop zullen wij onze eed geven?” Hij (saw) zei: “Geef mij jullie eed om te luisteren en gehoorzamen om horen en gehoorzamen; en uit te geven tijdens ontbering en gemak; en het goede te gebieden en het kwade te verbieden; en de waarheid te spreken alleen Allah vrezend; en mij ondersteunen en beschermen wanneer ik naar jullie kom in Yathrib, van hetgeen met wat jullie jullie zelf beschermen, vrouwen en kinderen, en in ruil daarvoor ontvangen jullie het Paradijs.Dus wij ontvingen en gaven hem onze eed een voor een, op zijn voorwaarde, en hij (saw) beloofde het Paradijs in ruil daarvoor.” Einde
Al deze bewijzen en vele andere gelijk aan deze, verplichten om te handelen. Het is alleen tijdens Fitna wanneer iemand geen onderscheid kan maken tussen waarheid en valsheid. Echter, als het duidelijk is geworden, dan is het zijn taak om de waarheid te spreken, het goede te gebieden en het kwade te verbieden, onderdrukten te ondersteunen en te zoeken naar de ondersteuning van de mensen van macht om de Islamitisch Staat “de geleide Khilafah” te vestigen volgende de methode van de Sjari’a als de Khilafah absent is. Het nalaten van dit werk is een ernstige zonde. Als er geen actie komt van de Moslims, met nadruk van de rechtvaardigen om de bekende duidelijke waarheid te ondersteunen en in hun huizen zullen blijven, zal corruptie verspreiden en de mensen van rebellie en valsheid zullen lef hebben en de levens van de mensen controleren, dit nog naast de inactiviteit welke in tegenstrijd is met de verplichting van de Sjari’a teksten om de waarheid te steunen, zoals eerder uitgelegd.
Dit is de betekenis van de nobele hadieth waar jij over vroeg, m.a.w. aangaande Fitna zodra de waarheid niet onderscheiden kan worden van valsheid. Dus hoe, geachte vragende, is dit in relatie met mijn uitspraak: “Wij keren ons naar de Moslim legers: “Heeft niemand van onder jullie gezond verstand om de leiders ter verantwoording te roepen voor hun verraad aan Allah, de boodschapper en de gelovigen? Is er niemand van onder jullie die gezond verstand heeft om zijn Deen en eer te beschermen en staat tegenover de vijanden van Allah om hun kwaad te stoppen? Heeft er niemand van onder jullie het gezond verstand om de achteloze leiders te verwijderen, de geschiedenis van de Ansaar laten heropleven, ons de ondersteuning te geven zodoende de Islamitische wetgeving te implementeren, een geleide Khalifah op de methode van Profeetschap…?” Einde
Waarin de waarheid duidelijk is en gedetailleerd is wat de oproep naar het steunen van de Dien van Allah en het implementeren van Zijn wet is; het stoppen van de dominantie van de Koeffaar; het ter verantwoording roepen van degenen die Allah bedriegen, Zijn boodschapper en de gelovigen… Het is geen oproep tot Fitna, noch een participatie in de Fitna, maar het is een oproep tot de duidelijke waarheid. Geen ieder zal een dispuut erover hebben of erover vechten, dus hoe is dit in tegenstrijd met de Hadieth van de Profeet (saw)?!
Is tevens het aanroepen van de Moslims om het Boek van Allah (swt) en de Soennah van de Profeet (saw) te volgen en de oproep om de Dien te ondersteunen te beantwoorden in tegenstrijd met wat is genoemd in de Hadieth van Profeet (saw)?!
Dus overpeins deze zaak. Moge Allah genadevol met jou zijn…
Moge Allah ons allemaal het succes geven om de glorie te brengen voor Islam en de Moslims.
Je broeder,
Ata Bin Khalil Abu Al-Rashtah