Nederland is de afgelopen weken getuige geweest van een reeks van opvallende gebeurtenissen, waarvan sommige verstrekkende gevolgen hebben gehad. Het verbod op het zwaaien met een Islamitische vlag. De oproep van politici om harder op te treden tegen zogenaamde “haatimams” en hen de toegang te weigeren, het pamflet van het CDA waarin zij oproept om de Moslims in de gaten te houden, arrestatie van twee Moslimmannen uit Den Haag, arrestatie van twee gezinnen uit Huizen waarbij hun paspoorten zijn ingenomen en hun kinderen, waaronder een baby van acht maanden oud, van hen af zijn genomen om geen andere reden dan de verdenking dat zij mogelijk naar Syrië zouden afreizen.
Maar dit is nog niet alles. Het kabinet heeft in het maatregelen pakket “Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme” nog meer duidelijk gemaakt wat voor draconische maatregelen er genomen moeten worden tegen Moslims waarvan er een vermoeden bestaat dat zij “radicaal” kunnen worden of “radicaal” zijn geworden of een uitreis willen maken naar het buitenland om deel te nemen aan de gewapende strijd.
Een aantal van deze repressieve maatregelen staan vermeld onder het preventief aanpakken en tegengaan van een zogenaamde voedingsbodem voor “radicalisering”. Hierin wordt aangemoedigd om Moslims offline of online aan te geven als zij worden verdacht van radicalisme of jihadisme. En onderwijsinstellingen worden aangemoedigd om Moslims in de gaten houden als zij hen verdenken van radicalisering. Moskeeën en imams worden verplicht gesteld om hun eigen achterban te monitoren en de Nederlandse versie van Islam te onderwijzen etc…
Deze punten komen erop neer dat iedere Moslim waarvan ook maar enig vermoeden is dat hij of zij “radicaliseert” vervolgd kan worden. Want wie zal deze vermoedens gaan definiëren? En wanneer zal een persoon beschouwd worden als “radicaal” en wanneer niet? En als zij “radicaal” zijn betekent dit dat zij bestreden moet worden?
Het handelen van de overheid op basis van niets anders dan enkel verdenkingen is de ultieme belichaming van wetteloosheid en dictatoriaal gedrag waarbij andersdenkenden het moeten ontgelden. Ook is voor eenieder duidelijk dat dit maatregelen zijn die niet enkel Moslims treffen die zogenaamd “extremistisch” zijn, maar dat het alle Moslims in Nederland treft, omdat zij allemaal door het zijn van een Moslim in deze doelgroep vallen en potentiële “extremisten” en “radicalen” zijn. De overheid heeft dus een grote stap genomen waarin zij niet het doen, maar het denken van de Moslims aan banden willen leggen. Ieder weldenkend mens zal zich op basis hiervan afvragen: Is dit de vrijheid van meningsuiting die met zoveel trots wordt uitgedragen door de Nederlandse overheid?
Deze maatregelen zijn voor geen enkel mens acceptabel, of een persoon nu Moslim of geen Moslim is. Om deze reden zullen wij een campagne organiseren genaamd ‘Samen tegen anti-islambeleid’ met als doel om de Moslims als ook de niet-Moslims bewust te maken van deze maatregelen en hen te motiveren zich tegen deze maatregelen te verzetten waarin een bevolkingsgroep vanwege zijn religie gestigmatiseerd wordt.
Gedurende deze campagne zullen we verschillende activiteiten ondernemen om het bewustzijn te vergroten, waaronder:
- Het verspreiden van een groot aantal pamfletten en flyers in heel Nederland
- Het gebruiken van social media platformen om de boodschap op het net te verspreiden
- Het actief benaderen en in gesprek gaan met verschillende stichtingen en organisaties
- Het verspreiden van films en ander online materiaal
- Het organiseren van bijeenkomsten en lezingen
En buiten dezen zullen er nog meer initiatieven genomen worden om Nederland bewust te maken van deze maatregelen en Moslims evenals niet-Moslims actief hierbij te betrekken.
Bij dezen roepen we elke Nederlander op om de handen ineen te slaan en samen een éénheid te vormen tegen dit anti-islambeleid. Laten we gezamenlijk nee zeggen tegen stigmatisering en het opzij zetten en vervolgen van een bevolkingsgroep op basis van enkel vermoedens. Laten we gezamenlijk niet accepteren dat er een tweespalt gecreëerd wordt tussen Moslim en niet-Moslim waarin er opgeroepen wordt dat de één de ander moet aangeven op basis van enkel verdenking en vermoedens.
Laten we allen ervoor kiezen om ons uit te spreken en niet te zwijgen, want om onderdrukking te laten overwinnen hoeven enkel de rechtvaardigen te zwijgen. .
Okay Pala
Media vertegenwoordiger van Hizb ut Tahrir Nederland