Aanval op de Niqaab is een aanval op een uitingsvorm van Islam
De Centrale Raad van Beroep – de hoogste rechterlijke macht in bestuurlijke geschillen – oordeelde gisteren in het voordeel van de gemeente Utrecht, om de bijstandsuitkering te korten van een niqaabdragende moslima. Zij weigerde namelijk om haar niqab af te doen tijdens een werktraining. In de onderbouwing baseerde men zich op het argument, dat gezichtsbedekkende kleding een belemmering vormt voor arbeidsparticipatie. Met andere woorden: de keuze van een moslima om gezichtsbedekkende kleding te dragen, vormt een belemmering om aan werk te geraken. Dus mag er gekort worden op haar uitkering. Hiermee wordt het balletje in de schoot geworpen van de moslima; het is haar eigen schuld. We hebben ons door de jaren heen op verschillende vlakken ingezet tegen een niqaabverbod, door eendrachtig, zij aan zij te staan met onze niqaabdragende zusters.
We hebben bewustzijnscampagnes gevoerd, waarbij we vanuit verschillende invalshoeken de tegenargumenten hebben gepresenteerd. Dit kunt u teruglezen en terugzien op onze webpagina hizb.nl. Het enige waar we u vandaag op willen wijzen, is de sluipende demonisering en hoe het is gekropen in het collectief denken. De niqaab is namelijk door de jaren heen zo erg gedemoniseerd, dat zelfs sommige moslims hierdoor beïnvloed zijn geraakt en in deze vreemde gedachtekronkel verstrikt zijn geraakt. Het argument dat het dragen van een niqaab, een belemmering vormt voor het vinden van werk en dus gekort mag worden op de uitkering, omdat het haar eigen schuld is, is zo’n voorbeeld. Terwijl dit pure discriminatie is, klinkt het redelijk in de oren van veel mensen. Dit komt omdat men de niqaabdragende vrouw alreeds gedegradeerd heeft, tot het niveau van Untermensch.
Waar unaniem overeenstemming over bestaat, dat de zogenaamde vrijheden waarvan men beweert dat deze voor eenieder gelden, niet voor haar van toepassing is. Tot op het punt dat men van haar verlangt, zich niet in het openbaar te vertonen. En wanneer er uiteindelijk een verbod komt; haar zelfs te dwingen om zich niet in het openbaar te tonen. Als men op een dergelijke manier kijkt naar een niqaabdragende vrouw, dan zit men al in zo een vergevorderd stadium van indoctrinatie, dat men aan de andere kant van de nauwe koker enkel een niqaabdragende vrouw ziet. Het is dan slechts een klein stapje om haar te gebruiken als een zondebok, waarbij men zich gerechtvaardigd waant, om alle narigheid aan haar toe te schrijven.
Zo verwordt zij tot spil van dit nare uitsluitingsmechanisme, waar de pijlen enkel nog op haar gericht zijn. Als het uiterlijk daadwerkelijk een voorwaarde is en men gekort kan worden op het inkomen, wanneer het een belemmering vormt bij het vinden van werk. Hoe zit het dan met mensen met een flink overgewicht, mensen met zichtbare tatoeages of zelfs transgenders?
Worden zij ook gekort op hun uitkering, omdat zij bewust of onbewust gekozen hebben voor een bepaalde levenswijze, die ook beschouwd kan worden als een belemmering bij het vinden van werk? Zowel de praktijk als diverse onderzoeken wijzen uit, dat hun slagingskans om een baan te vinden een stuk lager ligt. Echter worden zij niet gerekend tot de groep van mensen, die gekort kunnen worden op hun uitkering. Maar de niqaabdragende vrouw wel. Bovendien is het wel of niet uitkeren van een uitkering, gebonden aan interne voorwaarden zoals solliciteren en niet aan externe voorwaarden, zoals de motivatie van de werkgever. Dus als de werkgever, geen donkergetinte mensen, geen moslima’s met een hoofddoek of bebaarde moslimmannen wil aannemen. Waar ligt dan de belemmering? Zij die hun best doen om een baan te krijgen en voldoen aan alle interne voorwaarden? Of de werkgever die de belemmeringen oplegt en de sollicitant bij voorbaat uitsluit? Kan in een dergelijk geval de uitkering gekort worden, van iemand die zijn best doet, maar geen kansen krijgt?
Als we deze gedachtelijn doortrekken, kunnen we zeggen dat de niqaabdragende vrouw gekort mag worden op haar uitkering, omdat de werkgever haar geen kans geeft. De niqaabdragende vrouw moet dus boeten voor het vooroordeel van de ander? En wordt nota bene ook nog eens als schuldige aangewezen. Dus weer wordt het balletje naar de niqaabdragende vrouw gekaatst. Hoe demoniserend wilt u het hebben?
Okay Pala
Mediavertegenwoordiger van Hizb ut Tahrir Nederland