Nog voordat de boerka wettelijk verboden is verklaard heeft minister Donner een wetsvoorstel aangedragen aan de ministerraad om een boete van 380 euro op te leggen voor moslima’s die zich in het openbaar vertonen met een boerka. Volgens Donner past het dragen van een boerka niet in de open Nederlandse samenleving, die uitgaat van de gelijkwaardigheid van man en vrouw.
Het feit dat men de hoogte van de boete voor het dragen van een boerka bespreekbaar maakt alvorens een het officieel verbod is ingeluid, laat zien hoe dolgraag de Nederlandse overheid een verbod wil zien op de boerka.
Dat de Nederlandse overheid een boerka verbod graag gerealiseerd ziet worden stond bekend. Maar het rappe tempo waarin het werkelijke achterliggende gedachtegoed zich heeft gemanifesteerd is nieuw en veel duidelijker dan tevoren. Want toen een eventueel verbod op het dragen van een boerka een tijd terug ter discussie stond, werden argumentaties aangedragen in het kader van veiligheid. Zo zouden vrouwen met gezichtsbedekkende kleding niet herkenbaar zijn in het openbare leven en dus daarom zouden zij een veiligheidsrisico vormen, evenals al de andere gezichtsbedekkende kleding zoals integraalhelmen of carnavalsmaskers.
Nu echter zegt men, dat de andere gezichtsbedekkende kleding, zoals een integraalhelm of carnavalsmasker, niet meer vallen onder het verbod. En dus worden de eerdere flut argumentaties van veiligheid, nadat bewezen is dat er geen enkel intellectuele basis en rechtvaardiging ervoor bestaat, simpel met de handen weggeschoven. En zegt men nu dat het dragen van een boerka simpelweg niet thuis hoort in de open Nederlandse samenleving. Hiermee wordt een oneerlijke regel neergezet, dat feitelijk inhoudt dat wanneer men “denkt” dat iets niet hoort in een open Nederlandse samenleving simpelweg verboden mag en kan worden. Aangezien men selectief is als het gaat om Islamitische gebruiken en symbolen, ligt het verbod op andere Islamitische gebruiken in het verschiet.
En dan spreekt men over een open samenleving en gelijkwaardigheid van man en vrouw. Waar blijft dan de zogenaamde open samenleving als andersdenkenden niet mogen handelen volgens hetgeen zij denken? En waar blijft de gelijkwaardigheid van de moslimvrouw als zij niet eens gelijkwaardig behandeld wordt als haar medevrouw die vrijelijk kan handelen, laat staan de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw.
Okay Pala
Lidvertegenwoordiger van Hizb ut Tahrir Nederland