De gemeente Amsterdam heeft verschillende moskeebesturen uitgenodigd om een steunverklaring te ondertekenen waarbij de moskeeën expliciet discriminatie en geweld jegens de LHBTQ+ gemeenschap veroordelen. Deze uitnodigingbrief van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema aan ‘alle moskeebestuurders van de stad’, kwam aan het licht toen Lody van de Kamp, een rabbijn, publiekelijk kritiek uitte in zijn column tegen deze discriminatoire actie.
Dit leidde het afgelopen weekend tot een kettingreactie aan kritiek van moskeebesturen waardoor burgemeester Halsema noodgedwongen de geplande bijeenkomst van maandag 19 oktober met moskeebestuurders heeft moeten annuleren. De column en de reacties van een aantal moskeebesturen die daarop volgden, lijken dus effect te hebben gehad om de stigmatiserende aansturing vanuit de gemeente Amsterdam te dwarsbomen. Terugblikkend hierop willen we de volgende punten met jullie delen.
Halsema beweert dat er geen sprake is van discriminatie en dat ook andere organisaties benaderd zouden gaan worden. Echter is daar op dit moment geen sprake van. Het feit blijft dat dit verzoek uitsluitend neergelegd is bij moskeeën en niet bij andere (religieuze) organisaties. Zelfs als het benaderen van andere organisaties nog op de agenda zou staan, rest de vraag waarom de prioriteit gelegd wordt bij moskeeën.
Belangrijker nog, waarom worden moskeeën überhaupt hiervoor uitgenodigd? Wat hebben moskeeën te maken met geweld jegens de LHBTQ+ gemeenschap? Door de moskeeën uit te nodigen om een gezamenlijke verklaring te ondertekenen, koppelt de gemeente Amsterdam, islam aan geweld jegens de LHBTQ+ gemeenschap. En door uitsluitend moskeeën uit te nodigen legt men eveneens het geweldsmonopolie neer bij de moslimgemeenschap. Terwijl de gemeente Amsterdam zonder enige twijfel weet dat de moskeeën geen geweld prediken, waarom wordt het dan bij hen neergelegd?
De steunverklaring benadrukt weliswaar het geweldsaspect jegens de LHBTQ+ gemeenschap maar waar het werkelijk om draait is dat de moskeeën een standpunt innemen ten opzichte van de discriminatie jegens de LHBTQ+ gemeenschap. Dus met andere woorden, de gemeente vraagt van de moskeeën om de LHBTQ+ levenswijze te normaliseren binnen de moslimgemeenschap.
Dit houdt in dat predikers of de gemiddelde moslim geen kritische of negatieve uitlatingen mogen doen met betrekking tot LHBTQ+, want dat valt dan onder discriminatie.
Daarbij komt kijken dat de agressieve LHBTQ+ propaganda van de Nederlandse overheid niet enkel door moslims wordt afgewezen maar door tal van andere niet-moslimgroepen in de samenleving.
Desondanks wordt steeds de vinger gewezen richting de moslims. Het enige verschil tussen hen en de moslimgemeenschap is dat de verwerping van LHBTQ+ gedaan wordt vanuit islamitische overwegingen in plaats van traditionele of zelfs andere religieuze overwegingen die sterk geseculariseerd zijn. Dit bevestigt wederom de strijd die gevoerd wordt tegen islam en de politieke agenda om de moslimgemeenschap te seculariseren. Je mag namelijk een moslim zijn, maar wel volgens het begrip van het seculiere gedachtegoed.
De agenda van de stad Amsterdam is niet losgekoppeld van het landelijke assimilatiebeleid dat al jaren gevoerd wordt tegen de moslims en voor acceptatie van de LHBTQ+ gemeenschap. Het doel van dit assimilatiebeleid is dat de moslims het seculiere gedachtegoed verinnerlijken en islam benaderen vanuit deze seculiere bril.
Ondanks de boycot van veel moskeeën zouden volgens de woordvoerder van Halsema uiteindelijk wel ‘enkele’ van de circa zestig islamitische gebedshuizen in Amsterdam bereid zijn geweest te komen. De vraag is hoeveel moskeeën er wel waren gekomen als de steunverklaring niet zo een publiekelijke kritiek had kregen? De realiteit is dat de gemeente, politie, justitie en moskeeën in contact staan met elkaar en regelmatig gesprekken houden over dit soort onderwerpen en in sommige gevallen zelfs samenwerkingsverbanden aangaan (waaronder de omstreden radicaliseringsprogramma’s).
De hoedanigheid van deze ongelijkwaardige relatie wordt onder andere als volgt weergegeven. In het Regenboogbeleid 2019-2022 van Amsterdam staat er bijvoorbeeld: “We gaan inzetten op meer acceptatie binnen de doelgroep van biculturele lhbtiq+’ers zelf” en: “We gaan de zichtbaarheid van rolmodellen stimuleren via laagdrempelige locaties, zoals buurthuizen, moskeeën en culturele centra.” De moskeeën worden hier beschreven alsof zij privé-eigendommen zijn van de gemeente om hun doelstellingen ermee te realiseren.
Zo wordt er in de uitnodigingsbrief van de gemeente Amsterdam aan de moskeebesturen het volgende vermeld: “Dit overleg is een vervolg op het gesprek van 9 mei 2022 van de leden van de Driehoek met de Amsterdamse moskeebestuurders in moskee Taqwa. In dat gesprek ging het over de bescherming van de lhbtiq+ gemeenschap en over de bijdrage die moskeeën kunnen leveren om de veiligheid van deze groep te versterken. De burgmeester wil nu graag met alle moskeebesturen bespreken hoe we dit verder kunnen concretiseren.”
Dit laat zien dat projecten zoals de steunverklaring voor LHBTQ+ niet uit de lucht komen vallen of in een vacuüm worden gepresenteerd. De woordvoerder van Halsema spreekt hier van ‘een zorgvuldig proces’, waarbij de uitnodiging voor het overleg geen verrassing kan zijn geweest.
Ook zegt de woordvoerder dat het idee voor de steunverklaring voortkomt uit regulier overleg van de moskeebesturen met politie, justitie en de burgemeester. Zo zou er enkele maanden geleden gesproken zijn over een verklaring die alle religieuze gemeenschappen in de stad zouden moeten onderschrijven. “De moskeebesturen wilden zelf eerst tot een gedeeld idee komen voordat we andere religies zouden benaderen. Daardoor hebben zij als eerste een uitnodiging ontvangen.”
Dit is een van de redenen waarom de moslimgemeenschap alert dient te zijn en scherp toe moet zien op de relatie van hun moskeebesturen met de overheid. De moskeebesturen dienen transparant te zijn en dienen waakzaam te zijn zodat ze niet misbruikt worden door de overheid voor het assimilatiebeleid.
Het gezamenlijke standpunt dat de moskeebesturen hebben ingenomen, laat zien waar we al jaren de moslims toe oproepen: eendracht maakt macht. Nu zouden we dit vast moeten houden en op basis van een ideologische en gestructureerde manier moeten doorzetten.
Okay Pala Directeur van Media Bureau van Hizb ut Tahrir Nederland