In een laatste poging om een gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding tegen te gaan, is de moslimgemeenschap in Nederland een campagne begonnen, genaamd #TegenNiqabverbod
Met deze campagne tracht de moslimgemeenschap een verbod tegen te gaan, waar de Eerste Kamer op 17 januari over zal beslissen (proces wordt in gang gezet).
Een eerder voorstel in 2012 om een algeheel verbod door te voeren, werd uitgesteld toen het centrumrechtse kabinet viel. Verwachtingen binnen de moslimgemeenschap dat een roep om een verbod zou wegvagen onder de nieuwgekozen linkse regering, werden al snel in de kiem gesmoord, toen minister Plasterk betekenisloze wijzigingen aanbracht inzake het verbod, waarbij hij het proces onvermurwbaar doorzette. De oppervlakkige wijzigingen die het voor vrouwen mogelijk maakten om de niqab op straat te dragen, maar niet in het onderwijs, in zorginstellingen, in overheidsgebouwen en in het openbaar vervoer, waren een pathetische poging om de moslimgemeenschap voor de gek te houden. Hierdoor leek het alsof dit geen directe aanval was op de nobele islamitische waarden.
Met dit nieuwe wetsvoorstel heeft de Nederlandse regering wederom de grote gebreken en tegenstrijdigheden binnen haar eigen seculiere raamwerk aangetoond. Aan de ene kant wordt Islam beticht van het onderdrukken van vrouwen, maar aan de andere kant maken zij zich schuldig aan het opstellen van een restrictieve wet, die vrouwen het recht om zichzelf te bedekken ontneemt.
Maar alle lof zij Allah, een groot gedeelte van de moslimgemeenschap kan deze standaardretoriek doorzien en wordt niet misleid door de argumenten die de overheid heeft aangedragen, of deze argumenten nu aangehaald zijn door linkse of rechtse partijen. Zij weten dat deze restrictieve, discriminerende wet niets van doen heeft met betere communicatie of veiligheidsredenen, en zij realiseren zich dat dit een directe aanval op Islam en diens symbolen is.
Als onderdeel van de campagne is er een verklaring opgesteld en ondertekend door veel verschillende moslimorganisaties en individuen, waarin de bovenstaande zorgen werden geuit. Bovendien stond erin vermeld dat het aannemen van deze wet inderdaad de vrouwen zal onderdrukken, die ervoor kiezen om vast te klampen aan hun islamitische overtuiging. Het wordt de moslimvrouw onmogelijk gemaakt om deel uit te maken van de samenleving, (tezamen met het betalen van hoge boetes wanneer zij besluit om de niqab te blijven dragen) waardoor ze tot isolatie wordt gedwongen. De verklaring benadrukt verder de contradictie tussen het verbod en de zogenaamde claim van persoonlijke vrijheid. Met dit initiatief heeft de moslimgemeenschap bij de Eerste Kamer aangedrongen om objectief te zijn, bij het besluit om deze wet al dan niet te implementeren en om te erkennen dat dit verbod een discriminerende maatregel is.
Wanneer moslimvrouwen beperkt worden in hun gehoorzaamheid jegens hun Schepper, dient de moslimgemeenschap de handen ineen te slaan om hun rechten te beschermen. Zelfs wanneer niet iedereen van ons de opinie volgt dat het dragen van een gezichtssluier verplicht is. We dienen te begrijpen dat dit een legitieme islamitische mening is. Daarnaast dienen we te beseffen dat het niet de gezichtssluier is die aangevallen wordt, maar de islamitische waarden. Derhalve dienen we ons als moslims te verenigen tegen iedere poging die als doel heeft om onze islamitische uitingen te ondermijnen, te demoniseren of te beperken.
Het is daarom een uniek initiatief voor Nederlandse begrippen, om zoveel verschillende moslimorganisaties samen te zien werken in het waarborgen van hun Dien. Alle lof zij Allah, het toont het groeiende vertrouwen dat de moslims hebben in Islam en het toont hun vitaliteit en kracht aan, wanneer ze het intellectueel verdedigen. De Boodschapper van Allah (صلى الله عليه و سلم) heeft gezegd:
المؤمن للمؤمن كالبنيان يشد بعضه بعضًا، وشبك بين أصابعه
‘’De gelovige is voor een (andere) gelovige als (de verschillende delen van) een gebouw. Een (gedeelte) versterkt een ander.’’ Hij verstrengelde daarop zijn vingers.’’ (al-Boechari en Moeslim)
Geschreven voor het Centraal Media Bureau van Hizb ut Tahrir
Yasmin Malik