Op 24 februari 2022 publiceerde NRC-handelsblad een artikel over de vermeende wanpraktijken bij de Belastingdienst. De Tweede Kamer heeft onderzoeksbureau PwC onderzoek laten doen naar het handelen van de Belastingdienst. Uit het onderzoek blijkt dat mensen met een buitenlandse afkomst en nationaliteit als risicofactor worden gezien door de Belastingdienst.
De vermeende manier van handelen van de Belastingdienst bleef niet alleen bij incidenten. Volgens het onderzoek was er sprake van structurele manier van werken waarbij mensen met een buitenlandse achternaam feitelijk al bij voorbaat verdacht worden van fraude. De houding van de Belastingdienst bleef niet alleen beperkt tot Toeslagen maar heeft ook betrekking op de andere aanvragen die de Belastingdienst behandelt.
De reactie van Staatssecretaris Marnix van Reij (CDA) is dat er geïnvesteerd zal worden in gesprekken met de Belastingdienst om dit soort gevallen niet meer te laten doen voorkomen. Volgens een eerdere verklaring van de Belastingdienst werd de afkomst van de aanvrager alleen verzameld indien dat relevant was voor de behandeling van de aanvraag. Uit het onderzoek van PwC blijkt echter dat verschillende ambtenaren zich schuldig maken aan allerlei bevooroordeelde en zelfs racistisch getinte uitspraken over mensen met een etnische achtergrond.
De dubbele seculiere en kapitalistische maatstaf is overduidelijk te merken in de schandalen rondom de Belastingdienst. Aan de ene kant wordt van de Moslims en andere etnische minderheden verwacht dat zij zich aanpassen aan de Nederlandse normen en waarden of anders moeten ‘opkrassen’. Tegelijkertijd worden de Moslims en etnische minderheden op zodanige wijze structureel onrecht aangedaan waarvan de impact jarenlang merkbaar is en dat is niet alleen op financieel gebied.
De vraag is dan; aan welke Nederlandse normen en waarden verwacht de Nederlandse staat dat de Moslims zich moeten aanpassen? De instituties van de staat zelf kunnen zich niet eens aan de opgelegde waarden houden. De Nederlandse instituties laten met hun uitspraken weer zien dat zij überhaupt zelf wel niet meer in hun eigen seculiere credo geloven. Er is geen sprake van een ‘neutrale’ houding ten opzichte van de inwoners van de staat. Noch is er een vervolging van de onrechtplegers of ieder andere consequentie verbonden aan de overtreding van de instituties. Zo blijkt ook weer uit de stille en makke reacties van de bewindvoerders naar aanleiding van het rapport.
Mediabureau Hizb ut Tahrir Nederland