Onschuldig totdat tegendeel bewezen is moslim te zijn
Volgens een onderzoek van de Volkskrant, onder 25 gemeenten in Nederland, blijken op z’n minst 160 moslims te vallen onder de zogeheten persoonsgerichte aanpak “voorkoming radicalisering en extremisme” (PGA). De PGA-aanpak wordt sinds 2015 ingezet door politie- en inlichtingendiensten en ketenpartners, zoals gemeentelijke instanties en zorginstanties, die via reclassering, jeugdzorg en jongerenwerkers, moslims in de gaten houden. Opvallend aan het onderzoek is dat slechts 9 gemeenten van de 25 onderzochte gemeenten bereid waren om getallen bekend te maken. De gemeente Den Haag bijvoorbeeld, waar veel moslims leven, hield het bij “enkele tientallen” en gaf geen getallen. Dus de onontkoombare vraag is, als in 9 gemeenten op z’n minst 160 moslims in de gaten worden gehouden, hoeveel moslims in Nederland (dat maar liefst 380 gemeenten telt) worden er dan in de gaten gehouden?
De landelijke PGA-aanpak werd geïnspireerd door de Top 600 in Amsterdam, die in 2011 in het leven werd geroepen om de criminaliteit (inbraken, overvallen, jeugdbendes, vernielingen en geweldsdelicten) te reduceren, door veelplegers en mensen met een criminele achtergrond in de gaten te houden. De landelijke PGA-aanpak trekt deze lijn door en rekent ook moslims met zogenaamde “geradicaliseerde ideeën” tot deze categorie criminelen. Zelfs als zij geen geweld hebben gepleegd of van plan zijn geweld te gebruiken.
Maar desondanks voert het “geweldsaspect” de boventoon in de presentatie van de PGA. Het wordt gepresenteerd als een gerechtvaardigd middel om aanslagen te voorkomen, door het te linken aan de zogenaamde teruggekeerde “Syriëgangers”. Terwijl er in heel Nederland slechts 55 van deze zogenaamde teruggekeerde “Syriëgangers” zijn. Het was daarom niet vreemd dat twee weken geleden de PGA-aanpak in verband met de arrestatie van Hardi N. en zes anderen, die vergevorderde plannen zouden hebben voor een aanslag, als groot nieuws werd gebracht. Terwijl er tot nu toe geen gerechtelijke uitspraak is gedaan of de verdachten daadwerkelijk schuldig zijn. Maar dit weerhield sommige Nederlandse instanties er niet van om het direct te bestempelen als een terreurcel.
Zo werden in 2015 met veel ophef een man en een vrouw in Huizen gearresteerd, die ook door de autoriteiten in de gaten werden gehouden. Zij werden verdacht van het beramen van een aanslag, naar aanleiding van een geluidsfragment van “een Arabische radio- of televisienieuwsuitzending die op de achtergrond aanstond”, die bovendien slechts 17 seconden duurde en van erbarmelijke kwaliteit was. Echter bleek later dat dit gezin niets met terreur te maken had en onterecht gearresteerd was, maar ook in eerste instantie onterecht bespioneerd werd.
De aanleiding om het moslimgezin in de gaten te houden, was omdat hij een praktiserende moslim is die vrouwen geen hand geeft en de vrouw een hoofddoek draagt, en een diep gekoesterde wens heeft om ooit in een Islamitisch land te gaan wonen. Dit was destijds volgens de autoriteiten een signaal van radicalisering en dus reden genoeg om in de gaten gehouden te worden.
Deze aanpak waarbij moslims met ideeën die beschouwd worden als “onwelgevallig”, op een uiterst discriminerende wijze worden bejegend, is een gevaarlijke tendens die steeds meer vaste voet aan de grond krijgt. Men probeert dit onrecht te rechtvaardigen, door de ideeën die beschouwd worden als “onwelgevallig” te linken aan negatieve connotaties en geweld. Dit is werkelijk onderdrukking en misleiding.
De PGA-aanpak is slechts een onderdeel van het anti-islambeleid dat Nederland al geruime tijd voert. In de bredere aanpak van zogenaamde “radicale” moslims, wordt de moslimgemeenschap als geheel beschouwd als een mogelijke poel der “radicalisering”. De moslims die zich proberen vast te houden aan de islamitische normen en waarden die niet in overeenstemming zijn met de dominante seculiere normen en waarden, worden neergezet als “radicaal” of “extremistisch”. Dus moeten zij preventief en repressief bestreden worden.
We hebben in 2014 een intensieve bewustzijnscampagne opgezet, genaamd “Samen Tegen Anti-Islambeleid”, om dit vraagstuk als moslimgemeenschap te agenderen . We hebben getracht om het moslimgeluid te bundelen tegen dit onderdrukkende beleid. En in 2016 hebben we een initiatief gelanceerd, genaamd “Oproep tot Eenheid” om de verschillende groepen en organisaties in de moslimgemeenschap te verenigen op basis van islamitische concepten en tegen dit soort onderdrukkende maatregelen te ageren.
Zolang we dit als moslimgemeenschap niet realiseren, zullen we te allen tijde ten prooi vallen aan het anti-islambeleid en hier de dupe van zijn. We dienen ons eensgezind en proactief op te stellen om onze belangen na te jagen, zodat we ons vaandel met een rechte rug kunnen overdragen aan de generaties die na ons zullen volgen in sja Allah.
Okay Pala
Mediavertegenwoordiger van Hizb ut Tahrir Nederland