Trouw meldt onlangs afgelopen week dat de gemeente Utrecht een onderzoek heeft laten uitvoeren naar institutioneel racisme in haar gemeente door onderzoeksbureau Omlo. De onderzoekers hebben verschillende afdelingen onderzocht en geen institutioneel racisme gevonden. Maar dat is wat betreft de officiële regels en procedures van de gemeente.
De onderzoekers zagen wel verschillende vormen van racistische uitingen in de informele sfeer binnen de gemeente. Hierbij gaat het om de afdeling Openbare Orde en Handhaving waar de BOA-medewerkers onder vallen. De onderzoekers van Omlo hebben geconcludeerd dat de BOA-medewerkers vaker mensen met een migratieachtergrond bespotten en beledigende opmerkingen over hen maken. Daarnaast worden die medewerkers ook niet gecorrigeerd door andere collega’s en zelfs niet door hun leidinggevenden. Bovendien heeft het onderzoeksbureau aangetroffen dat in wijken met relatief meer Marokkaanse inwoners vaker parkeerboetes uitgedeeld worden dan in andere wijken met Nederlandse inwoners.
Als reactie hierop heeft de Nederlandse BOA bond direct de conclusies ondermijnd en ontkend. De voorzitter van de bond noemde het een ‘flutrapport’ met weinig wetenschappelijke onderbouwingen. Ook de wethouder van de gemeente Utrecht vindt de conclusies niet ernstig en noemt het probleem incidenteel dat in ieder geval niet goed te praten is. Daarnaast verklaart de wethouder de misstanden door te wijzen op het personeelstekort en de aanwas van nieuwe medewerkers als factoren voor het wangedrag van de medewerkers. Verder geeft de wethouder aan dat de medewerkers soms ‘stoom aan het uitblazen zijn’ tijdens hun werk.
Het is niet verwonderlijk dat racisme opnieuw gevonden is in een van de overheidsinstanties. Als het toeslagenschandaal ons iets geleerd heeft dan is het dat verantwoording nemen voor racistische gedragingen geen ruimte kent in het kapitalistische seculiere systeem van Nederland. De reactie van verantwoordelijken, de gemeente en de voorzitter van de BOA bond spreekt ook boekdelen. De nuanceringen worden direct aangegrepen om het imago en de façade van het corrupte seculiere systeem in stand te houden.
De handhaving van de rechten van de mens in het seculiere kapitalistisch systeem wordt niet gezien als een ethische verplichting en dat ziet men ook terug in de reactie op de schending van de eer van de Moslims en andere etnische bevolkingsgroepen in de Utrechtse wijken. Het verschil met de handhaving binnen Islam is overduidelijk als men beseft dat in de Islamitische Staat al Khilafah er geen verschil is tussen rassen of huidskleur, de rechten worden op iedereen toegepast zoals de Sjaria dat heeft bepaald en de overtreders worden op dezelfde wijze berecht ongeacht zijn ras, status of huidskleur.
Mediabureau Hizb ut Tahrir Nederland