Reactie op de beschieting van de islamitische basisschool As-Siddieq
Een aantal dagen terug wijdden enkele kranten een summier nieuwsitem aan de beschietingen van de islamitische basisschool As-Siddieq, gelegen in Amsterdam-Noord. Tijdens de kerstvakantie werd de school beschoten met een vuurwapen. De kogelgaten waren zichtbaar in de muren, maar ook in de klaslokaaltjes zelf, in de deuren en zelfs door kinderwerkjes heen. Echter werd dit ingrijpende incident neergezet als een “gewone” vernieling, er zouden namelijk geen aanwijzingen zijn dat het een gerichte actie zou zijn tegen de school. Ook besloot de gemeente Amsterdam geen extra beveiliging in te stellen.
De “voorlopige” conclusie van de politie, dat het zou gaan om een “gewone” vernieling, terwijl de zaak nog loopt, is op zijn minst vreemd te noemen, aangezien men geen enkel idee heeft wie de dader(s) zijn, en wat hun bedoeling was. Een dergelijke uitspraak is daarom ongefundeerd maar ook vooringenomen, omdat men een mogelijke optie verkiest boven de ander. Het is inderdaad mogelijk dat het beschieten van een islamitische basisschool te maken heeft met onwillekeurig vandalisme en geen gerichte actie is. Maar aan de andere kant is het ook mogelijk dat het beschieten van een islamitische basisschool, te maken heeft met willekeur en een gerichte actie is.
Nu we toch bezig zijn met speculeren en beide mogelijkheden tegen elkaar opwegen binnen de context van het gepolariseerde klimaat in Nederland, zal de schaal toch al heel snel hellen richting een gerichte actie met kwade bedoelingen. De keuze om toch te kiezen voor het bagatelliseren en wegmoffelen van een beschieting van een islamitische basisschool, is daarom op zijn minst zwak te noemen en roept vraagtekens op.
Daarnaast dient men bij dit soort zaken het zekere voor het onzekere te nemen, toch? Want stel dat het wel gaat om mensen met kwade bedoelingen, wat overigens een reële mogelijkheid is. Dan worden de kinderen overgelaten aan een potentiële bedreiging. Kunt u zich voorstellen dat men ook zo zou omgaan met, laten we voor het gemak nemen; een joodse basisschool? Naar welke mogelijke optie zou men dan neigen? Naar de “gewone” vernieling of naar “een antisemitische haatdaad met terroristisch oogmerk ?” En zouden de al beveiligde joodse instellingen nog scherper beveiligd worden of niet? Het antwoord spreekt voor zich.
Het is niet de bedoeling om hier de dubbele maat aan te tonen als het gaat om de moslims, want dat heeft inmiddels geen bewijs meer nodig. Het is duidelijk voor eenieder. Waar we wel op willen wijzen is het resultaat van een dergelijke houding en het signaal dat men hiermee afgeeft.
Welk signaal geeft men eigenlijk af als men de kinderen, ouders en leerkrachten van islamitische scholen, ondanks een potentiële dreiging niet beschermt en de dreiging bagatelliseert, terwijl de ouders duidelijk aangeven bevreesd en bezorgd te zijn om hun kinderen naar een islamitische school te sturen? Als we dit naast het huidige beleid zetten, waar op verschillende fronten islamitische scholen gedwarsboomd en verhinderd worden, hetzij in hun oprichting of voortbestaan. Nota bene bij deze basisschool, As-Siddieq werd in 2009 gedreigd met een verbod. Derhalve heeft deze manier van werken erg veel weg van een “demotivatiebeleid”, dat bedoeld is om islamitische scholen (en andere islamitische instellingen) op slinkse wijze te ontmoedigen.
De kritiekloze en zwakke houding van hen die de potentie hebben om de publieke opinie te kunnen beïnvloeden tegen dit soort wanpraktijken, is enkel een bevestiging van dit “demotivatie” of- “ontmoedigingsbeleid.” Men slaat met de stok maar ook met de wortel.
Okay Pala
Mediavertegenwoordiger van Hizb ut Tahrir Nederland