De rechtbank in Amsterdam heeft donderdag de PVV-leider vrijgesproken van aanzetten tot haat en tot discriminatie en van groepsbelediging. Volgens de rechtbank heeft geert wilders zijn uitspraken vrijwel allemaal gericht op de religie Islam en niet op Moslims. De basis van de vrijspraak stoelt op de redenering dat de beledigingen en haat niet gericht zijn tot de moslims maar gericht zijn tot Islam en dat het gedaan is in het belang van het maatschappelijk debat.
Met andere woorden, het beledigen van Islam volgens de rechtbank mag wél en het beledigen van de Moslims mag niet. Maar wat betekent deze scheiding in de realiteit? Want wanneer men zegt dat de beledigingen en haat gericht zijn tot een religie, dan richt men de pijlen tot iets dat niet ontvankelijk is voor de boodschap. Religie bestaat uit regels en rituelen en kan geen emotie ervaren noch kan het geraakt worden door de boodschap. Het beledigen en lasteren van een religie an sich heeft geen hoger doel, omdat de boodschap die uitgaat niet ontvangen noch ervaren wordt door de religie zelf. De enige die de beledigingen en laster ontvangen en ervaren zijn de mensen die in deze religie geloven. Het scheiden van de religie en zijn aanhangers is hierdoor onzinnig en kan niet losgekoppeld worden van elkaar. Zo wordt iedere belediging, laster en haat, welke zogenaamd gericht is tot Islam eigenlijk gericht op de Moslims. Met als bedoeling, de Moslims diep te doen kwetsen in hun gevoel.
En wanneer men beweert dat niet de moslims maar Islam een legitiem doel is dat vrijelijk gelasterd en beledigd mag worden, dan zegt men feitelijk dat Islam aangevallen mag worden. Zo verschaft Nederland een legitieme vrijbrief voor hen die Islam en de Moslims willen aanvallen. Betekent dit dan niet, dat Islam volgelvrij verklaard is? Verwacht men dat dit werkelijk harmonie kan brengen in de Nederlandse samenleving?
En wanneer de Moslims wel als gemeenschap beledigd en gediscrimineerd worden, zoals de uitspraak dat alle moslims gedeporteerd moeten worden uit Europa en de talloze uitspraken over Marokkaanse jongeren, dan zegt men dat dit gedaan is in het belang van het maatschappelijk debat en wringt men zich in allerlei vreemde bochten om het toch toe te staan. Zo wordt de scheiding tussen Islam en de Moslims die ten grondslag ligt voor de vrijspraak feitelijk, door de rechtbank, met de voet getreden.
Een beschaving die toeziet dat een religie en zijn aanhangers, tot uitzondering van anderen religies, wel beledigd en gelasterd mogen worden; en de verschillende groepen in haar samenleving tegenover elkaar brengt; en vrijelijk haat laat promoten, is simpelweg falend. De vrijspraak voor beledigen en haat zaaien is niets anders dan de bevestiging van de falende liberale democratie en onderdrukking van Moslims in Nederland.
Okay Pala
Lidvertegenwoordiger van Hizb ut Tahrir